Belang van bewegen
Iedereen heeft baat bij voldoende bewegen. Maar voor mensen met een chronische aandoening is dit vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Voldoende bewegen is voor deze patiënten soms lastig haalbaar, zij kunnen ondersteuning hierbij goed gebruiken. Als zorgprofessional, zoals arts, praktijkondersteuner, fysiotherapeut, oefentherapeut of leefstijlcoach, kun je daar een belangrijke rol in spelen. De informatie uit Bewust Bewegen helpt je in het gesprek met patiënten over de impact van bewegen op specifieke chronische aandoeningen, en hoe je omgaat met de aandoening bij sport en bewegen.
Ga direct naar
- Het belang van bewegen
- Beweegrichtlijnen: hoeveel beweging is nodig?
- Het voorkomen van aandoeningen
- Chronische aandoeningen
Het belang van bewegen
Bewegen is van grote invloed op onze lichamelijke en mentale gezondheid. Voldoen aan de beweegrichtlijnen kan helpen chronische aandoeningen te voorkomen, verlaagt de ziektelast bij bestaande aandoeningen en helpt progressie van aandoeningen te beperken. Maar hoe stimuleer je patiënten voldoende te bewegen of sporten? De juiste kennis over de aandoening en sport- en beweegmogelijkheden speelt hierbij een belangrijke rol.
Beweegrichtlijnen: hoeveel beweging is nodig?
De beweegrichtlijnen, opgesteld door de Gezondheidsraad, adviseren hoeveel en welk type beweging nodig is voor een goede gezondheid. Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek adviseren de beweegrichtlijnen het volgende voor jeugd (4 tot 18 jaar), volwassenen en senioren.

Bewegen is goed, meer bewegen is beter
De beweegrichtlijnen geven aan hoeveel je minimaal moet bewegen. De positieve effecten van bewegen werken volgens een continuüm, een stijgende lijn. Meer beweging is dus altijd beter! Of dit nu vaker, langer of intensiever is.

Een advies dat voor iedereen geldt, is om minder te zitten. Steeds meer onderzoek toont aan dat de gezondheidsrisico’s van langdurig zitten niet volledig worden gecompenseerd door bewegen, of dat daar een zeer grote hoeveelheid beweging voor nodig is. Daarom adviseren de beweegrichtlijnen om bewust te zijn van het zitgedrag en stilzitten te verminderen, of te minimaliseren. Voor meer informatie, lees dan het artikel ‘Alles wat je moet weten over zitten’.
Het voorkomen van aandoeningen
Voldoen aan de beweegrichtlijnen kan helpen:
- Chronische aandoeningen te voorkomen;
- Progressie van de chronische aandoening te vertragen;
- Ziektelast bij bestaande chronische aandoeningen te verlagen.
In het geval van meerdere chronische aandoeningen kan bewegen meerdere effecten hebben. In veel situaties draagt bewegen bij aan gezondheidswinst.
Voor kinderen geldt dat bewegen het risico op depressieve symptomen vermindert, de Body Mass Index (BMI) en vetmassa verlaagt en de insulinegevoeligheid en botkwaliteit verbetert. Daarnaast verbetert bewegen de fitheid.

Voor volwassenen geldt dat bewegen de kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en depressieve symptomen verlaagt. Bovendien hangt bewegen samen met een lager risico op vroegtijdig overlijden, borst- en darmkanker.

Voor senioren geldt dat bewegen het risico op fracturen vermindert, en krachttraining verbetert de loopsnelheid en spierkracht. Daarnaast hangt bewegen samen met een lager risico op lichamelijke beperkingen, cognitieve achteruitgang en dementie.

Chronische aandoeningen
In Nederland hebben 10 miljoen mensen ten minste één door de huisarts geregistreerde chronische aandoening. Daarnaast weten we dat in 2022 5,7 miljoen mensen twee of meer chronische aandoeningen hadden. Dit komt overeen met 33% van de totale Nederlandse bevolking en 55% van de mensen met ten minste één chronische aandoening.
Nederland kent geen specifieke richtlijnen voor mensen met chronische aandoeningen. In Duitsland zijn wel specifieke richtlijnen afgeleid, gebaseerd op onderzoek naar diverse chronische aandoeningen en in lijn met de richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Deze richtlijnen adviseren volwassenen met chronische aandoeningen evenveel te bewegen als volwassenen zonder chronische aandoeningen, voor zover ze daartoe in staat zijn. Tijdens perioden waarin dit bijvoorbeeld vanwege ziekte niet haalbaar is, geldt de aanbeveling om zo veel mogelijk te bewegen als waartoe patiënten in staat zijn. Voor mensen die volledig inactief zijn is iets meer activiteit al positief, dit geldt ook bij de Nederlandse richtlijn. Zodra iemand start met bewegen, is het altijd verstandig om eerst medisch advies te vragen en het beweegprogramma rustig op te bouwen. Dit helpt negatieve ervaringen en blessures te voorkomen. Ook voor kinderen met beperkingen heeft de WHO richtlijnen opgesteld. Ook hier houdt de WHO dezelfde richtlijnen aan als de gewone beweegrichtlijnen voor kinderen. Daarbij wordt benadrukt dat het van belang is om af te stemmen hoe het kind goed kan sporten en bewegen en om individueel af te stemmen wat bij iemand past.
Bronnen
- WHO. WHO guidelines on physical activity and sedentary behaviour: at a glance 2020. Beschikbaar via: https://iris.who.int/bitstream/handle/10665/336656/9789240015128-eng.pdf. Geraadpleegd op 12 september 2023.
- Gezondheidsraad. Beweegrichtlijnen 2017. Beschikbaar via: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2017/08/22/beweegrichtlijnen-2017. Geraadpleegd op 16 oktober 2023.
- Bailey R, Hillman C, Arent S, Petitpas A. Physical activity: an underestimated investment in human capital?. Journal of physical activity and health. Journal of physical activity and health 2013; 10(3): 289-308.
- Volksgezond en Zorg. Chronische aandoeningen en multimorbiditeit 2022. Beschikbaar via:https://www.vzinfo.nl/chronische-aandoeningen-en-multimorbiditeit/leeftijd-en-geslacht#chronischeaandoeningen. Geraadpleegd op 2 september 2022.