Spring naar content

Diabetes type 2 – extra informatie

Extra informatie voor patiënten

Extra informatie voor professionals

Mechanisme: hoe werkt het bewegen? 

Bewegen zorgt ervoor dat de insuline gevoeligheid toeneemt en dat het triacylglycerolniveau afneemt. Het neuro-endocriene systeem is het systeem dat de afgifte van hormonen reguleert en speelt een belangrijke rol in de glucoseregulatie tijdens beweging. Zodra de spiermassa toeneemt, stijgt de opname van glucose. Dit zorgt ervoor dat spieren minder afhankelijk zijn van insuline of medicatie. Daarnaast zorgt bewegen ervoor dat de vetverbranding toeneemt, dat weer een positief effect heeft op het gewicht van een patiënt.

Algemene waarschuwingen

  • Activiteiten waarbij een hypo kan leiden tot levensgevaarlijke situaties kunnen beter vermeden worden. Bijvoorbeeld: diepzeeduiken, bergbeklimmen, parachutespringen, surfen, auto-, motor- en vliegsporten en alleen zwemmen, kanoën of roeien;
  • Bij complicaties als oog- of nierafwijkingen, slagadervernauwing of neuropathie overleggen met de behandelend arts, voordat er wordt besloten mee te doen aan activiteiten;
  • Adviseer bij gebruik van insuline of sulfonylureum (SU) om druivensuiker bij de hand te houden tijdens het bewegen, ter voorkoming van een hypo of voor het herstel daarvan.

Contra-indicaties voor het starten van inspanning

  • Aanwezigheid van ziekte of infectie;
  • Bloedglucosewaarden van 16 mmol/l of hoger. Door de te hoge bloedglucosewaarde die is veroorzaakt door een insulinetekort, kan de patiënt in een coma raken. In dit geval moet eerst de bloedglucose-instelling worden verbeterd;
  • Bloedglucosewaarden van 5 mmol/l of lager, omdat dan het risico van het ontstaan van een te laag bloedglucosegehalte groot is. In dit geval moet eerst de koolhydraatvoorraad worden aangevuld;
  • (Niet-genezende) wondjes aan de voeten. Hierbij moet het voetulcus eerst behandeld worden.

Contra-indicaties tijdens inspanning

  • Pijn op borst;
  • Pompfunctiestoornissen die zich uiten in kortademigheid en moeheid (abnormale vermoeidheid in verhouding tot de geleverde inspanning);
  • Hartritmestoornissen:
    • Snelle hartfrequentie, niet evenredig met de geleverde inspanning; 
    • Onregelmatige hartfrequentie;
    • Toename van het aantal ventriculaire extrasystolen;
    • Abnormale stijging of daling van de bloeddruk;
    • Verschijnselen van algehele malaise, zoals flauwvallen, misselijkheid, bleek wegtrekken en duizeligheid.

Aanbevelingen voor bewegen

Algemeen
Voor volwassenen met diabetes type 2 geldt volgens de World Health Organization (WHO) dat ze, evenals mensen zonder diabetes type 2, bij voorkeur voldoen aan de beweegrichtlijnen. Wat de beweegrichtlijnen inhouden lees je hier

Specifiek

  • Bewegen na de maaltijd: dit heeft verhoudingsgewijs een groot effect op de glykemische regulatie. Intensiever en langer bewegen heeft meer effect dan minder intensief en korter;
  • Regelmatig krachttraining: hoge intensiteit krachttraining is effectiever dan laag tot matig intensieve krachttraining voor algemene glucose management;
  • Mensen die insuline gebruiken, zouden hun koolhydraatinname kunnen verminderen om zo te voorkomen dat ze tijdens of na een training uitvallen;
  • Vaker het zitten onderbreken gedurende de dag door kortdurende beweegactiviteiten verbetert het glucose en insulineniveau na het eten;
  • Globaal ziet de opbouw er bij de aerobe training (duurtrainingen) als volgt uit:
    • een start met relatief lage intensiteit;
    • het vergroten van de duur;
    • het verhogen van de intensiteit.

Bronnen