Spring naar content

Kanker – 5 minuten

Hieronder vind je een aanpak en handige tips voor een persoonlijk gesprek gericht op de situatie van jouw patiënt. Deze aanpak is geschikt voor een gesprek van 5 minuten. Heb je minder tijd, klik hier voor de aanpak voor het 1 minuut gesprek.

Start gesprek 

Zullen we het 5 minuten hebben over iets waardoor veel mensen met kanker zich beter voelen? 

  • Vragen of het goed is om een gesprek te openen, kan ervoor zorgen dat iemand zich betrokken voelt bij het gesprek. 
  • Bewegen kan helpen bij verschillende typen kanker, bijvoorbeeld bij darm-, borst- en prostaatkanker.
  • Wist je dat de meeste gezondheidswinst te behalen valt met de stap van bijna niet bewegen naar een beetje bewegen?

Als de patiënt niet verder wil praten, is dat ook goed. Dan kun je bijvoorbeeld zeggen: “Prima, mocht je er toch een keer iets mee willen, dan weet je me te vinden.” Ook al doe je niks, het zaadje is mogelijk wel geplant.  

Beoordeel impact van de kanker

In hoeverre voel jij je belemmerd door jouw ziekte bij de dagelijkse beweegactiviteiten? 

Door niet in de eerste plaats te focussen op hoe de patiënt actiever moet worden, voelt de patiënt zich niet direct verplicht meer te moeten bewegen. Het gevoel van belemmering in het dagelijkse leven door de aandoening kan een goede motivatie zijn om gedrag te willen veranderen.  

Ga na wat al bij de patiënt bekend is 

Voldoende bewegen heeft positieve effecten op mensen met kanker. Wat zou meer bewegen jou kunnen opleveren? 

Door te vragen wat de patiënt al weet en belangrijk vindt als het gaat om bewegen, kun je het persoonlijker maken. Vervolgens kun je inspelen op de nog niet genoemde positieve effecten.  

Deel voordelen 

Zal ik wat vertellen over de voordelen van bewegen die andere mensen met kanker belangrijk vinden?   

Kies twee tot drie voordelen die het best aansluiten bij het gesprek tot nu toe. Voldoende bewegen leidt tot:  

  • Verbeterde fitheid, onder meer sterkere spieren en botten, een beter uithoudingsvermogen en minder vermoeidheid;
  • Betere kwaliteit van leven;
  • Hogere kans op overleven;
  • Beter kunnen omgaan met stress;
  • Verbeterde slaapkwaliteit;
  • Minder angst en depressieve symptomen;
  • Minder lymfoedeem (bij borstkanker; zwelling doordat vocht minder goed weg kan)
  • Minder complicaties na operatie en kortere ziekenhuisopname (bij darmkanker);
  • Minder bijwerkingen van androgeendeprivatietherapie (bij prostaatkanker hormoontherapie );
  • Kortere periode van incontinentie bij prostaatkanker.

Bemoedig zelfreflectie

Welke van deze effecten spreken jou persoonlijk aan en waarom? 

Gebruik de volgende toelichting: 
Veel patiënten ervaren belemmeringen rondom sport en bewegen. Probeer deze belemmeringen te achterhalen en kijk samen hoe deze belemmeringen wellicht ondervangen kunnen worden. Luister naar de zorgen van patiënten. Sommige mensen denken dat ze bewegen niet vol kunnen houden, dat het veel geld kost of hebben angst om te gaan bewegen. Het herhalen en benoemen van de door de patiënt genoemde  belemmeringen, helpt de patiënt zich gesteund te voelen. Dit zorgt voor empathie en een gevoel van erkenning van persoonlijke autonomie. Bijvoorbeeld: ‘ik snap dat het spannend is om meer te gaan bewegen met jouw ziekte, uiteraard beginnen we rustig en zoeken we iets wat bij jou past’.   

Maak het persoonlijk  

Wat zouden voor jou de twee of drie belangrijkste redenen zijn om misschien meer te gaan bewegen? 

→ Door patiënten zelf redenen te laten benoemen, voelen ze zich eerder betrokken bij de keuze om te gaan bewegen. 

→ Voor veel mensen zijn effecten zoals kunnen spelen met (klein)kinderen belangrijk. Sport en bewegen kunnen hieraan bijdragen.  

→ Voor veel mensen met kanker is het contact met lotgenoten een motivatie om te gaan bewegen in een revalidatieprogramma of in groepsverband bij een oncologisch fysiotherapeut.  

Samenvatten

Zullen we ons gesprek samenvatten?

Sta samen kort stil bij de onderwerpen die tijdens het gesprek besproken zijn. Vraag aan de patiënt wat hij of zij ervan vindt. Laat vooral de patiënt het woord doen, hiermee kun je kijken of patiënt de informatie begrepen heeft.

Stel de kernvraag  

Denk je dat je meer wil gaan bewegen? 

Nee?

Bedank de patiënt voor het gesprek. Geef aan dat er altijd alsnog over bewegen gesproken kan worden in de toekomst.  

Ja?

Ga dan door naar de volgende stap ‘maak samen een plan’.

Gebruik de volgende toelichting:
Naast ‘ja’ en ‘nee’, kan de patiënt ook aangeven dat hij of zij wel meer wil gaan bewegen, maar daar nu nog niet aan toe is. Maak dan samen een vervolgafspraak op een later moment. Probeer de patiënt hierbij een intentie te laten formuleren met een ‘als-dan’ plan: ‘als ik ben verhuisd, dan kom ik terug om verder te praten’. Zegt een patiënt ‘ja, maar’, luister dan goed naar de belemmeringen en probeer hier op in te spelen, eventueel in een vervolgafspraak.

Maak samen een plan

Zullen we samen tot vervolgacties komen?  

Gebruik de volgende toelichting: 
Wil de patiënt aan de slag met bewegen, bespreek dan samen de mogelijkheden. Geef twee of drie opties die jij geschikt vindt, en laat de patiënt vervolgens zelf kiezen welke vervolgactie hij/zij wil ondernemen. Zo vergroot je het gevoel van keuzevrijheid, en stuur je op passende activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan de volgende opties: 

  • Zelf meer bewegen door de dag heen. Maak een vervolgafspraak om de Beweegcirkel te bespreken, of verwijs door naar een andere professional die dat kan doen (zoals een leefstijlcoach, buurtsportcoach, sportarts of fysiotherapeut).

    De Beweegcirkel helpt mensen in vijf stappen meer beweging in de dag te brengen. De Beweegcirkel volledig doorlopen met de patiënt kan het best verdeeld worden over meerdere afspraken. 

  • Doorverwijzen naar oncologiefysiotherapeut:
    Een oncologiefysiotherapeut is gespecialiseerd in het behandelen, coachen en begeleiden van patiënten tijdens of na behandeling van kanker. Hier vind je een gespecialiseerde oncologiefysiotherapeut. 

    Fysiotherapie wordt in een beperkt aantal gevallen vergoed vanuit de basisverzekering. Lees hier meer over vergoeding en informeer bij twijfel altijd bij de zorgverzekeraar. 

  • Meer bewegen: doorverwijzen naar buurtsportcoach die kan helpen passend beweegaanbod te vinden in de buurt.

  • Een afspraak bij de sportarts:
    De sportarts kan patiënten met een chronische aandoening adviseren door een gericht beweegprogramma op te stellen op basis van een sportmedisch onderzoek.

    Een consult bij een sportarts zit in de basisverzekering en is bedoeld voor klachten tijdens het sporten/bewegen. Hiervoor is een verwijzing van de huisarts nodig.

    Een sportmedische keuring wordt gedaan wanneer iemand wilt gaan beginnen met bewegen/sporten met zijn/haar aandoening. Dit wordt vanuit de aanvullende verzekering vergoed en is afhankelijk van het pakket.

    Vind hier een sportarts in de buurt.

  • Doorverwijzen naar de leefstijlcoach: als iemand hulp wil bij een uitgebreid leefstijltraject waar jij als zorgprofessional wellicht geen tijd voor hebt, kun je iemand doorverwijzen naar een leefstijlcoach. Via BLCN vind je een geaccrediteerde leefstijlcoach bij jou in de buurt. 

  • Doorverwijzen naar een welzijnscoach via Welzijn op Recept: in meerdere gemeenten worden welzijnscoaches ingezet. De welzijnscoach gaat samen met de patiënt op zoek naar een activiteit in de buurt die bij kan dragen aan het welzijn. Dit kunnen zowel sociale activiteiten als beweegactiviteiten zijn.  

  • Doorverwijzen naar beweegaanbod:
    Verschillende soorten beweegaanbod bespreken kan de patiënt al helpen geschikt beweegaanbod te vinden. Er is in een wijk vaak meer passend aanbod beschikbaar dan bij de meeste zorgprofessionals bekend is.

Het is belangrijk om mensen zo snel mogelijk in actie te brengen als ze daarvoor openstaan, maar houd rekening met contra-indicaties. Beperk daarom voor zover mogelijk de tijd tussen deze afspraak en de vervolgactie. Zorg ervoor dat de beweegactiviteit qua niveau, begeleiding en setting goed aansluit bij de mogelijkheden en wensen van de patiënt. Mensen die erg weinig bewegen of bang zijn voor negatieve effecten willen vaak onder begeleiding van een fysiotherapeut starten met bewegen.  

Plan een vervolg

Zullen we een nieuwe afspraak plannen om verder te praten over je ervaringen en hoe ik je nog verder kan helpen? 

De opvolging hoeft niet per se met jou te zijn, dat kan ook met een collega, fysiotherapeut, of bijvoorbeeld een buurtsportcoach.