Spring naar content

Lage rugpijn – extra informatie

Extra informatie voor patiënten

Extra informatie voor professionals

Mechanisme: hoe werkt het bewegen? 

De volgende mechanismen spelen een rol bij de positieve effecten van bewegen op chronische lage rugpijn:

  • Uitvoeren van aerobe training (duurtraining) verbetert de doorbloeding van weefsels, de toevoer van nuttige stoffen en de afvoer van schadelijke stoffen. Dit stimuleert het herstelproces en vermindert stijfheid in de rug;
  • Uitvoeren van oefeningen voor de rug- en buikspieren zorgen voor het stabiliseren en ondersteunen van de wervelkolom;
  • Uitvoeren van rekoefeningen zorgt ervoor dat er meer beweeglijkheid mogelijk is in de heupen en rug.

Contra-indicaties en waarschuwingen

Bij specifieke lage rugklachten is het raadzaam om eerst een specialist te raadplegen. Bijvoorbeeld een fysiotherapeut, huisarts, orthopeed of neuroloog. Specifieke lage rugklachten wil zeggen: wanneer er een anatomisch aanwijsbare oorzaak is voor de klachten. Voorbeelden hiervan zijn een hernia met uitstralende pijn, recente fractuur, tumor of infectie in de rug. 

Daarnaast wordt er geadviseerd om een medisch specialist te raadplegen als er sprake is van:

  • verlies van spierkracht in de benen;
  • doof gevoel in het rijbroekgebied;
  • ongewild verlies van urine of ontlasting;
  • niet kunnen plassen.

In geval van twijfel wordt geadviseerd om te overleggen met de behandelend arts over wat mogelijk is. Tot slot wordt geadviseerd om tillen met een gebogen rug te vermijden.


Na het sporten of bewegen is een acceptabele reactie: draaglijke pijn, vermoeidheid of functieproblemen die maximaal 24 uur aanhouden en vervolgens afnemen. Een ongewenste reactie is: nachtelijke pijn, vermoeidheid en functieverlies die na 24 uur toenemen.

Aanbevelingen voor bewegen met lage rugpijn

Zelfstandig bewegen
De algemene factoren die het herstel van a-specifieke lage rugpijn kunnen bevorderen, zijn actief blijven, bedrust beperken, positieve gedachten en een gezonde leefstijl.  Onderzoek geeft niet één specifieke vorm van bewegen aan die het meest bijdraagt aan het verminderen van chronische lage rugpijn. Het accent van bewegen ligt vooral op de kwaliteit van het bewegen zonder pijntoename. Welke beweegvorm het best bij iemand past, is persoonsafhankelijk. Daarom kunnen verschillende beweegvormen zelfstandig uitgeprobeerd worden zoals:

  • Nordic walking
  • Wandelen
  • Fietsen
  • Zwemmen
  • Crosstrainer

Het advies is om het bewegen op te bouwen en daarbij te zorgen dat eventuele pijn na een dag weer over is. Ook wordt aangeraden om niet meerdere activiteiten tegelijkertijd uit te proberen, maar eerst te kijken wat het effect is van een enkele beweegvorm. Gaat dit goed, dan kan een andere beweegvorm toegevoegd worden. Voor de duur en frequentie wordt geadviseerd om op te bouwen naar het niveau van de algemene beweegrichtlijnen.

Fysiotherapie
Onder begeleiding van een fysiotherapeut kan de patiënt in 6 tot 12 weken door middel van oefentherapie de dagelijkse activiteiten weer opbouwen tot het oude niveau. Een oefenschema met een combinatie van spierkrachtoefeningen, flexibiliteitsoefeningen en duurtraining, kan bijdragen aan het herstel van de klachten. Dit bevat de volgende inhoud:

Spierkrachttraining:

  • Oefeningen om heupspieren te versterken, kunnen pijn en beperkingen verminderen.
  • Core-stability oefeningen (rompstabiliteit) kunnen helpen bij het versterken, stabiliseren en ondersteunen van de wervelkolom. 2-3 keer per week 2-4 sets van 8-12 herhalingen.

Aerobe training (duurtraining):

  • Wanneer de patiënt gewend is aan zware inspanning:
    Vijf keer per week ten minste 30 minuten per dag zware inspanning (60-90% van HFmax)
  • Wanneer de patiënt niet gewend is aan zware inspanning:
    Vijf keer per week tenminste 30 minuten per dag matig intensieve inspanning (40-60% van de HFmax)

Flexibiliteitsoefeningen (rekoefeningen):
Rekoefeningen voor de lage rugspieren, benen (hamstrings) en billen kunnen helpen bij het verminderen van de klachten.

  • 2-3 keer per week;
  • 2-4 keer 10-30 seconden rekken;
  • intensiteit: rekken tot je licht ongemak ervaart.

Hiernaast kan craniosacraaltherapie helpen om de beperking te verminderen en beweeglijkheid te vergroten. Deze therapie richt zich op het gehele gebied tussen de schedel en het sacrum (staartbeen) waaronder hersenen, ruggenmerg en het bindweefselsysteem. Met behulp van zachte behandeltechnieken worden verstoringen in dit systeem behandeld.

Bronnen