Spring naar content

Primaire preventie – extra informatie

Extra informatie voor patiënten

Extra informatie voor professionals

Mechanisme: hoe werkt het bewegen? 

De basis van elke beweging is het samentrekken van de spieren. Die hebben daarvoor specifieke energie nodig. Brandstof uit voeding kan met behulp van zuurstof worden omgezet naar deze ‘spierenergie’. Je longen halen de zuurstof uit de lucht en geven die aan het bloed. Het hart pompt dan het bloed via de bloedvaten naar je spieren. Bewegen zet dus het hele lijf aan het werk. Het lichaam is gemaakt om zich aan te passen.

Op de lange termijn zijn er een aantal effecten van bewegen:

  • Toename van spierkracht en spierefficiëntie;
  • Toename van de pompfunctie van het hart;
  • Lagere rusthartslag;
  • Cerbeterde zuurstofopname;
  • Verbeterde circulatie en doorbloeding door het ontstaan van meer bloedvaten in de spieren.

Meer informatie over de effecten van bewegen in je lichaam lees je in dit artikel

Sport en bewegen hebben niet alleen effect op de fysieke gezondheid, maar ook op de mentale gezondheid. Zo is aangetoond dat bewegen zorgt voor:

  • Meer gevoel van (fysieke) eigenwaarde; 
  • Meer gevoel van controle door het aanleren van nieuwe vaardigheden; 
  • Meer zelfvertrouwen, dat leidt tot meer motivatie om te bewegen;
  • Minder angstgevoelens;
  • Minder depressieve symptomen;
  • Ervaren van plezier;
  • Meer mentaal welbevinden;
  • Verbetering van het cognitief functioneren;
  • Verbeterde stressregulatie.

Meer informatie over de mentale effecten lees je in dit artikel.

Contra-indicaties en waarschuwingen

  • Als iemand een chronische aandoening heeft, is het belangrijk om daar goed rekening mee te houden. Bekijk hiervoor de informatie per specifieke aandoening. 
  • Als iemand het spannend vindt om te bewegen, zorg dan voor goede begeleiding. Schakel bijvoorbeeld een buurtsportcoach in om hierbij te ondersteunen.

Algemene aanbeveling voor bewegen

  • De algemene beweegrichtlijnen, opgesteld door de Gezondheidsraad, geven voor volwassenen aan om minimaal 150 minuten matig intensief te bewegen, aangevuld met twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten. Voor ouderen van 65 jaar en ouder wordt aanvullend het uitvoeren van balansoefeningen geadviseerd. Bewegen heeft positieve effecten op de gezondheid, ook wanneer je minder beweegt dan de aangegeven beweegrichtlijnen. Zowel de Nederlandse beweegrichtlijnen als de internationale beweegrichtlijnen van de World Health Organization (WHO) geven aan dat elke stap telt en bijdraagt aan je gezondheid. De figuur laat zelfs zien dat de allereerste stap van helemaal niet bewegen naar een beetje meer bewegen, zorgt voor de grootste gezondheidswinst. Deze positieve effecten van bewegen op de gezondheid werken volgens een stijgende lijn. Meer beweging zorgt dus voor meer gezondheidswinst. Of dit nu vaker, langer of intensiever is. De kernboodschap is daarom ook: bewegen is goed, meer bewegen is beter.
  • Naast de adviezen over bewegen, geven de beweegrichtlijnen het advies om veel stilzitten te voorkomen. Het is bekend dat veel en langdurig zitten niet gezond is, zelfs als je daarnaast voldoende beweegt. Gelukkig geeft het onderbreken van veel en langdurig zitten met iedere vorm van beweging (dus ook licht intensieve activiteiten) gezondheidsvoordelen. De grotere voordelen treden op wanneer zitgedrag wordt vervangen door beweging met matig tot zware intensiteit. Op basis van wat nu bekend is, luidt het advies: zorg voor balans tussen staan, lopen en zitten door de dag heen.
  • Sporten en bewegen kunnen positieve emoties opleveren, zoals ‘plezier’ en ‘je goed voelen’. Plezier is een belangrijk onderdeel van motivatie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het ervaren van plezier de belangrijkste reden is voor zowel deelname aan sport als voor het volhouden van sport- en beweegactiviteiten. Daarnaast is algemeen bekend dat sport en bewegen door sociale interactie, sociale steun en samen bewegen ook het mentale welbevinden een boost kunnen geven. Dit geeft het belang aan in te zetten op plezier. Het is daarom goed om samen met de patiënt te kijken wat iemand leuk vindt om te doen.

Bronnen