Beroerte (CVA) – 5 minuten
Hieronder vind je een aanpak en handige tips voor een persoonlijk gesprek gericht op de situatie van jouw patiënt. Deze aanpak is geschikt voor een gesprek van 5 minuten. Heb je minder tijd, klik hier voor de aanpak voor het 1 minuut gesprek.
Start gesprek
Zullen we het 5 minuten hebben over iets waardoor veel mensen die een beroerte hebben gehad zich beter voelen?
Kies twee tot drie voordelen die het beste aansluiten bij het gesprek tot nu toe. Voldoende bewegen leidt tot:
- Vragen of het goed is om een gesprek te openen kan ervoor zorgen dat iemand zich betrokken voelt bij het gesprek.
- Wist je dat bewegen leidt tot het beter kunnen verwerken van informatie in de hersenen? Bijvoorbeeld door waarnemen, concentratie, geheugen, spreken en taal?
- Wist je dat bewegen bijdraagt aan het herstel na een beroerte?
Als de patiënt niet verder wil praten, is dat ook goed. Dan kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Prima, mocht je er toch een keer iets mee willen, dan weet je me te vinden’. Ook al doe je niks, het zaadje is mogelijk wel geplant.
Beoordeel impact van de beroerte
In hoeverre belemmert de nasleep van de beroerte jou bij de dagelijkse beweegactiviteiten?
Door niet in de eerste plaats te focussen op hoe de patiënt actiever moet worden, voelt de patiënt zich niet direct verplicht meer te moeten bewegen. Het gevoel van belemmering in het dagelijkse leven door de aandoening kan een goede motivatie zijn om gedrag te willen veranderen.
Ga na wat al bij de patiënt bekend is
Voldoende bewegen heeft positieve effecten op mensen die een beroerte hebben gehad. Wat zou meer bewegen jou kunnen opleveren?
Door te vragen wat de patiënt al weet en belangrijk vindt als het gaat om bewegen, kun je het persoonlijker maken. Vervolgens kun je inspelen op de nog niet genoemde positieve effecten.
Deel voordelen
Zal ik wat vertellen over de voordelen van bewegen die andere mensen die een beroerte hebben gehad belangrijk vinden?
- Beter cognitief functioneren (de mate waarin iemand in staat is om informatie en kennis op te nemen en te verwerken. Mentale processen zoals geheugen, begrip, aandacht, denkvermogen en concentratie spelen hierbij een rol);
- Sneller en beter herstel na een beroerte;
- Verkleinen van het risico op een nieuwe beroerte;
- Verminderen van het risico op vallen;
- Beter mee kunnen doen in de maatschappij;
- Verbeterde fitheid, onder meer sterkere spieren en botten en een beter uithoudingsvermogen;
- Minder kans op chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en verschillende soorten kanker zoals borst-, prostaat- en darmkanker;
- Lager risico op vroegtijdig overlijden;
- Verbeterde mentale gezondheid, door meer zelfvertrouwen en lekkerder in je vel zitten;
- Verbeterde mobiliteit, onder meer verbeterde loopfunctie.
Bemoedig zelfreflectie
Welke van deze effecten spreken jou persoonlijk aan en waarom?
Gebruik de volgende toelichting:
Veel patiënten ervaren belemmeringen rondom sport en bewegen. Probeer deze belemmeringen te achterhalen en kijk samen hoe deze belemmeringen wellicht ondervangen kunnen worden. Luister naar de zorgen van patiënten. Sommige mensen denken dat ze bewegen niet vol kunnen houden, dat het veel geld kost, of hebben angst om te gaan bewegen. Het herhalen en benoemen van de door de patiënt genoemde belemmeringen, helpt de patiënt zich gesteund te voelen. Dit zorgt voor empathie en een gevoel van erkenning van persoonlijke autonomie. Bijvoorbeeld: ‘ik snap dat het spannend is om meer te gaan bewegen na de beroerte. Uiteraard beginnen we rustig en zoeken we iets wat bij jou past’.
Maak het persoonlijk
Wat zouden voor jou de twee of drie belangrijkste redenen zijn om misschien meer te gaan bewegen?
- Door patiënten zelf redenen te laten benoemen, voelen ze zich eerder betrokken bij de keuze om te gaan bewegen.
- Voor veel mensen zijn de lange termijn gezondheidseffecten niet zo belangrijk, maar wel fitter voelen, of bepaalde dingen kunnen doen zoals spelen met de (klein)kinderen.
Samenvatten
Zullen we ons gesprek samenvatten?
Sta samen kort stil bij de onderwerpen die tijdens het gesprek besproken zijn. Vraag aan de patiënt wat hij of zij ervan vindt. Laat vooral de patiënt het woord doen, hiermee kun je kijken of patiënt de informatie begrepen heeft.
Stel de kernvraag
Denk je dat je meer wil gaan bewegen?
Nee?
Bedank de patiënt voor het gesprek. Geef aan dat er altijd alsnog over bewegen gesproken kan worden in de toekomst.
Ja?
Ga dan door naar de volgende stap ‘maak samen een plan’.
Gebruik de volgende toelichting:
Naast ‘ja’ en ‘nee’, kan de patiënt ook aangeven dat hij of zij wel meer wil gaan bewegen, maar daar nu nog niet aan toe is. Maak dan samen een vervolgafspraak op een later moment. Probeer de patiënt hierbij een intentie te laten formuleren met een ‘als-dan’ plan: ‘als ik ben verhuisd, dan kom ik terug om verder te praten’. Zegt een patiënt ‘ja, maar’, luister dan goed naar de belemmeringen en probeer hier op in te spelen, eventueel in een vervolgafspraak.
Maak samen een plan
Zullen we samen tot vervolgacties komen?
Gebruik de volgende toelichting:
Wil de patiënt aan de slag met bewegen, bespreek dan samen de mogelijkheden. Geef twee of drie opties die jij geschikt vindt, en laat de patiënt vervolgens zelf kiezen welke vervolgactie hij/zij wil ondernemen. Zo vergroot je het gevoel van keuzevrijheid, en stuur je op passende activiteiten.
Denk bijvoorbeeld aan de volgende opties:
- Doorverwijzen naar een fysiotherapeut:
Verwijs bij voorkeur door naar een fysiotherapeut gespecialiseerd in behandelen van mensen met een beroerte. Deze vind je via de Wegwijzer Hersenletsel van het Kennisnetwerk CVA Nederland.
- Zelf meer bewegen door de dag heen. Maak een vervolgafspraak om de Beweegcirkel te bespreken, of verwijs door naar iemand anders die dat kan doen (zoals de leefstijlcoach, buurtsportcoach of fysiotherapeut).
De Beweegcirkel helpt mensen in vijf stappen meer beweging in de dag te brengen. De Beweegcirkel volledig doorlopen met de patiënt kan het best verdeeld worden over meerdere afspraken.
- Doorverwijzen naar de leefstijlcoach:
Als iemand hulp wil bij een uitgebreid leefstijltraject waar jij als zorgprofessional geen tijd voor hebt, kun je iemand doorverwijzen naar een leefstijlcoach. Via BLCN vind je een geaccrediteerde leefstijlcoach bij jou in de buurt.
- Doorverwijzen naar de buurtsportcoach die kan helpen passend beweegaanbod te vinden in de buurt.
- Doorverwijzen naar een sportloket voor mensen die gebruik maken of maakten van een revalidatietraject.
- Doorverwijzen naar beweegaanbod:
Verschillende soorten beweegaanbod bespreken kan de patiënt al helpen geschikt beweegaanbod te vinden. Er is in een wijk vaak meer passend aanbod beschikbaar dan bij de meeste zorgprofessionals bekend is.
Harteraad heeft een overzicht met locaties waar je met geschoolde begeleiders kan sporten en bewegen met jouw hart-of vaataandoening.
Doorverwijzen naar een sportschool met specialisatie Niet Aangeboren Hersenletsel via NL Actief of naar Meet me at the gym via de Edwin van der Sar Foundation. Verder biedt Uniek Sporten een overzicht van sportaanbieders in de buurt die rekening houden met een beperking.
Het is belangrijk om mensen zo snel mogelijk in actie te brengen als ze daarvoor openstaan, maar houd rekening met mogelijke contra-indicaties. Beperk daarom voor zover mogelijk de tijd tussen deze afspraak en de vervolgactie. Zorg ervoor dat de beweegactiviteit qua niveau, begeleiding en setting goed aansluit bij de mogelijkheden en wensen van de patiënt. Mensen die erg weinig bewegen of bang zijn voor negatieve effecten willen vaak onder begeleiding van een fysiotherapeut starten met bewegen.
Plan een vervolg
Zullen we een nieuwe afspraak plannen om verder te praten over je ervaringen en hoe ik je nog verder kan helpen?
De opvolging hoeft niet per se met jou te zijn, dat kan ook met een collega, fysiotherapeut, of bijvoorbeeld een buurtsportcoach.